Ishma’s atelier.

 

Ineens had Ishma weer tijd voor hem. Of ze vonden dat hij even toe was aan wat rust en ontspanning? Tijdens het ontbijt nodigde ze hem uit voor een bezoek aan haar atelier. Een nieuwe opdracht vergde al haar concentratie maar nu had ze alle tijd voor hem, en ze wist dat hij geen andere afspraken had, of had ze dat zo geregeld? Haar atelier lag achter in de moestuin naast de paardenstallen. Terwijl ze hem rondleidde langs machines, apparaten en ovens ver­telde ze waarmee ze aan het werk was, dat wil zeggen twee vrou­wen, ingespannen bezig met metalen platen en lassen. Ze deden dit op aanwijzing van een derde, een jonge vrouw, die hij meteen herkende als Francis, de dochter van Estrice. Geregeld liep ze naar het werk toe en wees dan iets aan of bleef even zwijgend toekij­ken. Opvallend was hoe de druk doende vrouwen soms even naar haar opke­ken, als het ware vragend hoe nu verder. Francis wees dan wat aan op tekeningen en dat leken ze meteen te begrijpen. Ken­nelijk konden die drie het vrijwel zonder woorden af. Bij eerdere ontmoetingen met Francis had ze hem al gefascineerd met haar zowel geruststellende als dicterende blik, haar ogen die je dwongen alles te vertellen.

 

Het groepje observerend vertelde Ishma dat de panelen bedoeld waren voor een fries in de salon van een vrouwelijke nest en hun grondslag presenteerde ‘vrije vogels’. Het werd er een van drie panelen, ongeveer naar dat voor hun honk, maar kleurrijker. Een paar keer had hij dat van hun atrium al moeten bewonderen. Eveneens met platen, zesendertig, met in aanzet alleen abstracte figuraties, geslagen in ketels met explosies, en die verder waren geaccentueerd met tinten geel en sporadisch wat rood- en goudglanzende facetten. Een aantal ervan waren naar de doelstelling van deze fries verder bewerkt: het presenteren met een soort stripverhaal van de visie van een generatie, inmiddels twaalf. Het centrale eerst bewerkte illustreerde het leven van een roedel leeuwinnen en daarmee het motto ‘samen op jacht’. In het centrum van het tafereel lag een groep leeuwinnen elkaar knuffelend in de scha­duw van een eenzame boom in een zonovergoten vlakte. Daar omheen cirkelden impressies van gezamenlijk door hoog gras besluipen van zebra’s, het kelen van de vangst, verscheuren van het slachtoffer met daarbij dominant het mannetje. De bij leeuwen gebruikelijk mee-eter, moest hij vooral weten. Met hun te bolle kop en instelling ongeschikt voor het gezamenlijk bedrijven van de jacht. Maar wel zo sterk dat het vei­liger was hem als eerste en ongehinderd te laten toetasten. Hun kijk op mannen kwam ook al tot uiting in deze fries. Het paneel sloot rechtsonder af met elkaar schoonlikkende leeuwinnen tegen een achtergrond met in de verte een leeuwin die zich liet dekken door het mannetje. De visie op hun leven van die eerste generatie, twee eeuwen geleden: alles bejagen wat de moeite waard is en dat samen con­sumeren. Hij wist inmiddels hoe goed en gulzig ze daarin waren. Maar ook dat ze hem gastvrij en heerlijk lieten mee-eten. Een paneel met een heel betoog, vanuit de opvatting dat kunst vooral moest verhalen en beleren. De andere al ingevulde panelen waren alle ongeveer naar diezelfde instelling, voorstellingen waar je voor kon gaan zitten om ze te lezen en van te genieten. Voor hem waren er slecht twee waarvoor dat laatste gold, een met een betoog over het discours van mensen, vooral vrouwen maar ook enkele mannen, en een paneel over de symbiose van mensen met de vele facetten van hun huidige planeet. En waarom Ishma nog steeds niet kon beginnen met die van hun generatie: ‘omdat ik die originele abstracte nog steeds de mooiste vind en aarzel daarop in te breken.’

 

De opdracht voor de fries, een zwerm vogels die hun wil tot sa­menzijn in verscheidenheid uitdrukte, verklaarde Ishma. Klanten konden krijgen wat ze wilden. Voor deze opdracht had ze hen uitvoering de historie laten verkennen om hun stijlvoorkeur te bepalen. Ze kwamen uit op klassiek figuratief met zwoele kleuren tegen een abstracte achtergrond. Maar wel naar haar beleving. Ze had voorgesteld en akkoord bevonden meeuwen tegen boeiende luchten en boven een zee in drie stemming. Ze kon er goed mee leven. Wilden opdrachtgevers het confronterend lelijk of banaal dan accep­teerde ze de opdracht niet. Haar goede humeur liet ze zich niet beder­ven. Mocht ze haar eigen gang gaan dan kwam ze meestal uit op abstract met verhalende kleurtonen en enkele meer figuratieve details. De wereld als een mysterieuze compositie met enkele facetten waarop ze zich concentreerde.

Haar werkhoek met een breed raam op het zuiden was voorzien van een lessenaar, drie schermen en een grote tekentafel. Hier broedde ze uit wat ze haar klanten wilde presenteren, ontwierp modellen en maakte ze de schetsen voor verdere uitwerking. Op de schermen zocht ze naar inspiratie die bij haar klanten paste. Het cultuurverleden was haar de bron, zei ze, en haar talent datgene te sonderen waarin haar opdrachtgevers meenden te wortelen. Ze confronteren met hun kijk op de wereld, hoe ze die naar eigen verbeeldingen transformeerden, de realiteit daarmee naar hun hand zetten, dat verhaal analyseren en presenteren naar wat hun filters toelieten. Aan de manier waarop ze dit alles toelichten merkte hij dat ze genoot van het werk, en dan vooral die psychologische verkenning van haar clientèle, het door hun wanen van de werkelijk heen kijken. Hij begon het te begrijpen, Hoe zou ze proberen verder vat op hem te krijgen, uitzoeken waarom hij hier zo nodig moest zijn?

 

Ze nodigde nu ook haar medewerkers uit voor kennisma­king met hem. De twee hem onbekende vrouwen waren van een woonge­meenschap uit de buurt. Voor zover haar studie dit toeliet was Francis haar plaatsvervanger, vertelde Ishma om haar positie duidelijk te maken. Ze moest wel geregeld voor colleges en workshops naar het zuiden. Maar ze leerde nogal gemakkelijk en graag zelfstandig en was daardoor vaak thuis, zei Ishma met opvallende trots, met iets van ontzag en liefde in haar stem. Francis was erg belangrijk voor haar begreep hij meteen. Hij kende haar vluchtig van de maaltijden. Nu kreeg hij de kans haar beter te leren observeren. Weer onderging hij die borende blik in haar ogen. Een hond moest die van z’n baas zo beleven, bedacht hij. Het roedel had meerdere jeugdigen en iedereen beschouwde zich daarvan in gelijke mate de opvoeder. Maar Francis was duidelijk Ishma’s fa­voriet. Met haar moeder had ze een wat afstandelijker verhouding, viel hem nu ook in. Ze had ook weinig van Estrice, had een lich­tere huid en miste haar bevallige rankheid, eigenlijk veel meer Ishma, had de postuur van haar standbeelden in de tuin. En dan dat hypnotiseerd staalgrijze van haar ogen.

Terwijl de twee nijvere vrouwen geanimeerd hem uitlegden wat ze deden, onderhielden Ishma en Francis zich met elkaar. Ook nu weer met opvallend weinig woorden bij de bestudering van de schetsen waarover ze gebogen stonden. Daarna had Ishma weer alle aandacht voor hem, vertelde uitgebreid waar ze mee bezig was, wat haar problemen daarmee waren, en kwam onverwacht met het voorstel haar een paar weken te assisteren.

Het gevolg was dat hij zijn verblijf zou besluiten met drie weken hard zwoegen in haar atelier onder de inspirerende leiding van Francis. Wat hem bijzonder goed was afgegaan en met een beleving van een geweldige voldoening. De mallen voorbereiden voor het gieten van een beeld, weer een met een wiebel, de specificaties opstellen en mailen voor het bewegingsapparaat, het afgietsel polijsten en voorzien van kleurwazen. Allemaal werkzaamheden waarvan hij zich vroeger nooit hadden kunnen voorstellen ze te ambiëren of te kunnen. En dan ook nog met zoveel plezier.

Estrice kon ook zo opgaan in haar werk, dat een groot deel van haar dag in beslag nam. Dan moest hij wegwezen. ‘Burton, doe wat, ga wandelen of zoek een andere bezigheid!’ Kan ik je helpen, had hij eens gevraagd. Zwijgend haar handen omhoog stekend had ze duidelijk gemaakt aan hem niets te hebben. Lichamelijk leerde hij haar steeds meer waarderen, kende hij al het mooi en minder fraai vertederende van haar. Zo aan het werk moest hij haar ook geestelijk steeds meer bewonderen. Een vrouw om verliefd op te raken, maar ook een die ver boven hem stond, steeds meer buiten zijn bereik raakte zijn eigenwaarde bedreigde. Maar hier in Ishma’s atelier zag hij een weg omhoog naar Estrice.

Dat werd achteraf de grote betekenis voor hem van dit avontuur, eerst in het park en daarna op hun heim, en vooral dat druk bezig zijn onder leiding van Francis. Die wonderlijke vrouw die hem deed begrijpen wat te doen en hoe, hem liet werken en zwoegen alsof hij nooit anders had gedaan. Hem dat superieure gevoel had gegeven verantwoordelijk en secuur werk zomaar even de baas te zijn. Daardoor werden het weken waarnaar hij met heimwee was blijven terugkijken. In Ishma’s atelier en onder leiding van Francis zou hij best carrière willen maken, werd zo een lokkende gedachte.

 

***